Katten zijn net mensen wordt weleens beweerd. En toch heb ik meer geduld met katten dan met mensen. Hoe kan dat? Ben ik gek of is dit iets waar meer mensen in herkennen?
Toen ik 18 was kreeg ik een kat uit het asiel: Koko. Ik woonde net voor het eerst samen en mijn moeder wilde me iets geven waar ik mijn leven lang al mee opgegroeid was. Katten. Zo gebeurde het dat ze op mijn verjaardag op de stoep stond met een roodharig wezen dat me aankeek alsof ik Cruella was. Zó bang was hij.
Wat bleek? Het beestje was al meerdere keren teruggebracht en eigenlijk wilde de mensen bij het asiel niet dit ene diertje meegeven aan mijn moeder. Liever een ander. Maar moederlief stond erop en zei: ‘Mijn dochter heeft meer geduld met katten dan met mensen.’
Het is waar. Ik ben nu 22 jaar later verder in de tijd, woon samen met mijn man en onze vier katten. Regelmatig betrap ik mezelf erop dat ik meer geduld heb met die vier kids dan met hem. We hebben nu een kitten en alleen dit gezinslid mag legaal huiselijk geweld uitvoeren. Nagels in de rug zetten, op een bewegende vinger jagen waarna het bloed eruit spuit. Ik sta het toe. Met liefde. Ik kan me niet voorstellen dat ik dit bij mijn man zou doen. Gelukkig is hij een lieverd en hoef ik dit niet te testen.
Een ander voorbeeld: slaap is voor mij superbelangrijk. Als mijn man snurkt, vraag ik zo poeslief (see what I did there?) of hij misschien de rest van de nacht wil doorbrengen in de logeerkamer. Dat gebeurt al als ik één boomstronk omgezaagd hoor worden. Maar als één van de katten een muis of rat (for real!) naar binnen brengt om onder het bed om te peuzelen of als ik ’s nachts opgejaagd wordt door een paar maanden oude kitten, zit ik ineens vol met liefde ... en vooral geduld.
Ik denk ook niet dat ik voor manlief drie keer zou koken op een dag. Een keer is de max. Maar voor de katjes lijk ik door het vuur te gaan. Miauwen om eten? Kom maar schatje, ik kom eraan. Oh nog een keer? En nog een keer? Liefde gaat door de maag, toch? Mama loopt wel.
Alle gekheid op een stokje: ik heb alles voor die viervoeters over.
Hoe komt dat? Ligt het succes erin dat ze niet kunnen praten? Dat ze altijd blij zijn waardoor je eigenlijk nooit boos op ze kunt worden? Misschien vinden ze wel van alles van me en duurt het te lang voor ik eten geef, schoon water of ga spelen. Maar ik hoor geen geklaag. Natuurlijk praten ze wel, maar het is een taal die ik niet altijd goed ken.
Is dat het? Omdat we niet dezelfde taal spreken, is de tolerantiegrens anders en dus meer sprake van geduld?
Meer over katten lezen? Kijk dan eens bij ons kattennieuws.